Één

De deur gaat open en je komt naar buiten. Zie ik daar het ontbreken van een betraand gezicht? Kan dat, mag ik die hoop hebben? Waar ga je heen? De deur blijft open, je loopt terug de kamer in. 

Ik aanschouw het, roerloos vanaf de stoel in de wachtruimte. Heb ik het goed gezien, echt goed? Een neutraal gezicht, nadat je kort de kamer had verlaten? Mijn hoofd is leeg, mijn hoofd loopt over. Het is hoe dan ook gestopt met verwerken, want de lijn tussen hoop en vrees is te dun om over te balanceren.

Één vlek. Rechts. Nog niet bekend of het goedaardig of kwaadaardig is. De foto is niet betrouwbaar genoeg; het is alsof je kijkt naar een oude zwartwit-televisie, wordt ons wijsgemaakt. Maar wijzer zijn we dus nog steeds niet. Je moet bloed laten prikken, maar niet voordat er anderhalf afsprakenblaadje volgekalkt is met termen, vergezeld door wat voelt als een partij verbaal geweld van de assistente. Opname, biopt, CT, Arnhem, PET, bronchoscopie. Codeïne, klier weghalen, longfunctietest, nuchter. Nuchter. Alsof je überhaupt nog iets at. Ik hoor het aan, ik maak foto's van het blaadje, ik probeer de informatie te delen met mijn broers en oom maar maak er een zootje van. Ik kan niet eens meer schrijven, maar woorden uit mijn mond laten komen is helemaal tot een utopie verworden. Ik knik, ofzo. Ik had geen idee wat ik deed.

We lopen de gang van afdeling 62 af, op weg naar het bloedprikken beneden. Ik breek. Ik smeek, en het is lelijk. Mam, ga alsjeblieft zitten bij pap op zijn scootmobiel. Alsjeblieft. Ga zitten. Maar je weigert, en grijpt met jouw tere, breekbare hand mijn hand. De tranen druipen in stromen van mijn wangen, je maant me tot kalmte. Nu kunnen ze iets doen, zeg je me terwijl je me aankijkt. Hand in tere hand lopen we de gang af, met onze hoofden naar de grond, waar het lood zich in onze schoenen bevindt. Mijn vader in zijn scootmobiel achter ons aan. Op dat moment beloofde ik je de hele wereld, in mijzelf. Alles, alles zou in het teken komen te staan van jou. Het teken van liefde, van eenheid, van rots en branding. De lijn tussen rots en branding zou onzichtbaar worden, wij werden op dat moment in de gang één. 


"I was born to love you, with every single beat of my heart. Yes, I was born to take care of you, every single day." 

- Queen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten