Verborgen

Elke keer dat ik denk aan je dood, denk ik aan 8 oktober. Het was niet de dag dat jij stierf, maar wel de dag dat ik een deel van mij aan jou meegaf. Een deel van mijn levenslust, een deel van mijn eeuwigdurende liefde en respect voor je, maar ook al mijn pijn. Pijn die gevangen zat in de hyperconcentratie die ik sinds we wisten dat je ziek was had. Ieder woord, iedere handeling, ieder ziekenhuisbezoek en alle blikken in je ogen, de gesprekken die we stiekem voerden als we alleen waren. Alles heb ik aan je meegegeven die dag, 8 oktober. 

Vandaag twee maanden geleden. Ik kan soms niet geloven hoe veel tijd er al is verstreken. Hoe alles gewoon doorgaat. Maar terwijl het leven zich ongenadig, en terecht, op gebruikelijke wijze vervolgt en alles weer de vorm krijgt die het had voor je ziek werd, lijkt met mij het tegenovergestelde te gebeuren. Waar ik alle pijn aan jou had meegegeven, dringt de waarheid zich meer aan me op. Het wordt echter, helderder, maar terwijl alles weer samenkomt krijgt ontbreekt er nog zo veel. Te veel, te snel. Het is alsof je het aan me terug wilt geven, voor je zelf verder kunt.

Er is veel dat mensen niet zien, alsof ik het verberg. En misschien verberg ik het ook wel.

We hebben in de tussentijd zoveel gedaan. We hebben beslissingen gemaakt die eerder nog geen optie waren. Met Kwieb heb ik je opgehaald, en heb ik je meegenomen naar onze huizen. Je weet vast wat ik James en Anna heb verteld, toch? Ik heb ze gezegd dat je eerst oneindig groot bent geworden, zo groot als het universum. Om vervolgens heel klein te worden, en je over onze harten te verspreiden en je er voorgoed in te nestelen. Zo is niemand ooit meer zonder jou. Dat verspreiden, dat hebben we ook met de as gedaan. Pap heeft je, kwieb heeft je, Femma heeft je, ik heb je. Maar ik moet je ook weer terug gaan geven, aan de natuur. Ik heb de eerste zaterdag van de lente uitgekozen. Ik heb ook de plek uitgekozen, ik heb door jou zelfs mijn eigen plek gekozen en vastgelegd voor als ik dood ben. Bij jou. 

We hebben Sinterklaas gevierd. Ik, de 'uitdeler', heb bewust gekozen ergens te gaan zitten waarbij ik steeds naar je foto kon kijken, en jij naar mij. Niemand heeft het gezien. Ik heb een engeltje aan de top van de kerstboom gehangen, om jou te symboliseren. Niemand merkt het. Geleidelijk aan heb ik jouw spullen hier in huis neergezet, gebruik ik jouw shampoo. Niemand ruikt het. Naast me staat elke dag de kaars die ik van jou kreeg te branden. En elke dag luister ik tien keer naar Queen. Tien keer per dag maakt mijn hart een vrije val, want het beneemt me letterlijk de adem. Maar het moet. Niemand weet het. 

Maar waar ik me expres omring met jouw spullen, geuren en foto's, gebeurt er veel waar ik niet om vraag. Bij het uitkiezen van spullen voor de gourmet met Sinterklaas, stond ik aan de grond genageld bij de whiskysaus, wat jij altijd graag wilde. Ik ben vertrokken en heb mezelf eerst moeten herpakken. Niemand heeft het gemerkt. Ik heb Arjan de rolstoel die we hadden geleend voor je gevraagd terug te brengen, want ik kon het niet. Hij heeft het niet gemerkt. Waar ik vlak na je vertrek heel goed sliep, hebben de nare dromen het overgenomen. Tegen Arjan zeg ik dat het door kou komt. Een aantal dagen geleden werd het zo naar, dat ik de wc vol heb gespuugd. Ik hou het verborgen.

Vaker en vaker gebeuren dit soort dingen. En meer en meer voel ik me verloren. We hebben ook verloren mam, verdomme. De herinneringen kruipen meer en meer naar de oppervlakte. Bij het dichtdoen van een deur denk ik plotseling aan hoe je zegt 'dit wordt niet meer beter'. Bij het indoen van mijn oordopjes flitsen de Eerste Hulpkamers door me heen. Het is overal en vanuit het niets, en telkens voelt het als een riem om mijn borstkas, teveel gaatjes te strak. Het is alsof je het aan me terug wilt geven, voor je zelf verder kan. Doe me maar pijn, geef het maar aan me terug. Ik hou het wel verborgen, maar blijf nog even hier.

'It's true enough we're not at peace. But peace is never what it seems.' 

- Feist

Geen opmerkingen:

Een reactie posten